Onderduikers in het Blauwe Bos
Onderduikers in het Blauwe Bos
Onderduikers in het Blauwe Bos
Boerderij nabij Kokshiem in de Blauwe bos 1943
1. Minke de Boer uit Leeuwarden.
2. Adrie Angenent uit Vlaardingen.
Een artikel in het kader van het 75 jarig herdenkingsjaar.
Onderduikers in het Blauwe Bos.
Op 22 oktober 1942 trouwden Zwaantinus (Tinus) Haze uit Haulerwijk en Tjitske (Jikke) Keizer uit Smilde met elkaar. Zij kwamen te wonen in het Blauwe Bos onder Haule en oefenden daar het boerenbedrijf uit. De woning en het land waren eigendom van Lambertus (Bertus) Kok uit Haulerwijk. De heer Kok had een café-logement in Haulerwijk, 'Het Bruine Paard'.
De woning, stalruimte en schuur, deze laatste was een open kapschuur, waren door de heer Kok zelfgebouwd.
De woning en de schuur stonden aan het eind van het bospad, op de grens van bos en landbouwgrond in het woonhuis waren vier vertrekken. Op de begane grond een keukentje en een woonkamer en boven twee slaapkamers. Tinus en Jikke hebben er ongeveer zeven jaar gewoond en zijn daarna verhuisd naar een boerderij aan de stille kant van de vaart tussen Haulerwijk en Bakkeveen. De boerderij in het Blauwe Bos is na 1967 afgebroken.
In de tweede wereldoorlog hebben Tinus Haze en zijn vrouw verschillende mensen onderdak verleend.
Voor de gezondheid
Ten eerste kwamen er twee meisjes, die voor hun gezondheid enige weken naar het Blauwe Bos gingen om aan te sterken. Deze meisjes waren Minkie de Boer uit Leeuwarden en Adrie Angenent uit Vlaardingen.
Onderduikers
Daarna kwamen er twee onderduikers, namelijk Jacob Hazelhoff uit Oosterwolde en Gerrit Klaas de Groot uit Veenhuizen.
Jacob Hazelhoff was werkzaam bij de Heidemij en moest in september 1942 als dwangarbeider naar Duitsland. Hij werd ondergebracht in het overnachtingskamp Wuhlheide , Friedrichsfelde Ost, Berlijn Karlshorst, waar ook Willem Lezwijn uit Haulerwijk werd geplaatst.
Jacob werd eerst tewerkgesteld als vrachtwagenchauffeur in Berlijn. Hij moest 's nachts melk bezorgen bij scholen voor de schoolkinderen. Later kwam hij bij een aardappelhandel van de fam. Faustmann
Toen Faustmann door de Wehrmacht werd opgeroepen en zijn bedrijf niet kon voortzetten, meldde Jacob zich niet bij de autoriteiten maar verving hij Willem Lezwijn bij diens werkgever Otto Linde. Lezwijn kon met verlof naar Nederland maar moest wel voor een vervanger zorgen. Hoewel Lezwijn van plan was om in Nederland onder te duiken dook hij na zes weken toch weer op in Berlijn en moest Jacob zich alsnog melden voor een andere baan. Die kreeg hij bij het transportbedrijf van Hermann Schleidt in Groszberen , een plaats ten zuiden van Berlijn. Schleidt had een vergunning voor Ferntransport dus kwam Jacob met zijn vrachtwagen in heel Duitsland en zelfs in Frankrijk. Zijn vrachtwagen as een Tatra, met twee aanhangwagens erachter, die reed op een houtgasgenerator. Harder dan 40 km per uur ging het niet. Door de toenemende bombardementen van de geallieerden op Berlijn werd het Schleidt te heet onder de voeten. Hij vertrok met zijn gezin en met Jacob en de Tatra naar zijn huis in het zuiden van Polen, in de omgeving van Katowice, 20 kilometer van het concentratiekamp Auschwitz.
Het transportbedrijf werd hier voortgezet en Jacob moest wel eens goederen halen van het spoorwegstation van Auschwitz, waar ook gevangenen van het concentratiekamp aan het werk werden gezet.
Toen Jacob begin 1944 toestemming kreeg voor een verlof in Nederland, besloot hij om niet meer terug te keren en dook hij onder in Ruinen. Toen het daar te gevaarlijk werd kon hij terecht bij zijn zwager en schoonzus in het Blauwe Bos.
Gerrit Klaas de Groot was werkzaam als klerk bij de Rijkswerkinrichting te Veenhuizen, hij was pas afgestudeerd aan de Hogere Burger School. (H.B.S.) Daar hij in dienst moest bij de Arbeidsdienst en dat niet wilde, dook hij onder bij de familie Haze in het Blauwe Bos.
Overval
Op donderdag 29 juni 1944 werd op de boerderij een overval gedaan door vier landwachters uit Haulerwijk, namelijk Heine Hut, Lammert van der Velde, Jan Dermois en Pieter van der Heide.
Jacob en Gerrit sloegen op de vlucht en renden naar een midden in de weilanden gelegen bosje. De landwachters zetten de achtervolging in en schoten met hun jachtgeweren op de vluchtelingen, maar troffen geen doel.
Even achter het bosje lag een open heideveld. Gerrit durfde niet verder en bleef in het bosje achter, terwijl Jacob naar het heideveld rende en zich verderop in een greppel verborg. Dit is zijn geluk geweest want de landwachters doorzochten het bosje en Gerrit werd door hen gevonden en gevangengenomen.
Jacob is tot aan de volgende morgen, tot het licht werd, in de diepe greppel blijven liggen en is toen naar de boerderij gelopen van Johannes Haze in het dorp Haulerwijk en heeft zich verstopt in het varkenshok. Johannes Haze trof hem daar later in de morgen aan.
De vader van Johannes, Jurjen Haze, heeft Jacob later op de dag gebracht naar Riekele Haze te De Wilp. Zwaantinus, Johannes en Riekele waren broers.
Na een week is Jacob door zijn verloofde Corrie Keizer naar een nieuw onderduikeradres gebracht, bij Evert en Coba Haveman in Wapse. Met een vervalst persoonsbewijs ging hij hier als boerenknecht aan de slag. Toen later ook boerenarbeiders werden opgeroepen om loopgraven te graven werd het ook daar te link en is hij ondergedoken bij zijn beppe van der Waag aan de Duistereweg in Oosterwolde. Jacob is hier gebleven tot aan de bevrijding van Oosterwolde op vrijdag 13 april 1945.
Gerrit Klaas de Groot is opgebracht naar het Huis van Bewaring in Leeuwarden, daarna werd hij afgevoerd naar een kamp in Ommen (kampnr. 2807, blok 8). Op dinsdag 18 juli 1944 werd hij naar het concentratiekamp Amersfoort gebracht, van daaruit naar het Duitse concentratiekamp Neuengamme.
Tijdens een transport naar een andere bestemming, in verband met het naderen van de geallieerde legers, is hij aan boord van de Cap Arcona om het leven gekomen op 3 mei 1945 bij Neustad (Dsld). Het schip is door geallieerden gebombardeerd en de meeste gevangenen zijn verdronken.
Spoorwegstaking
Tinus Haze heeft ook nog onderdak verleend aan een echtpaar dat moest onderduiken vanwege de spoorwegstaking.
Dit echtpaar was de familie Stienstra - Keizer uit Lemmer, zij was een nicht van de vader van Tjitske Haze-Keizer.
Dinsdag 5 september 1944 staat bekend als "Dolle Dinsdag". De spoorwegstaking werd deze dag uitgeroepen door " Allied High Command " in Londen.
De Duitsers stellen een avondklok in. Niemand mag zich na acht uur 's avonds nog op straat bevinden, met uitzondering van hen die daartoe bevoegd waren of over een vergunning beschikten.
Verdere gegevens van de vier landwachters die de overval pleegden op 29 juli 1944. Heine Hut was hulppostbode en administrateur van de Tuinbouwvereniging te Haulerwijk.
Lammert v /d Velde was zaalopziener bij de Rijkswerkinrichting te Veenhuizen, woonde te Haulerwijk. Hij was een fanatieke aanhanger van het Duitse regime. In de buitendorpen was hij een gevreesde persoon.
Hij heeft de verzetstrijder Aitze Hoks verraden aan de Bloedploeg van Norg. Hoks is gefusilleerd op de Woeste Hoeve te Apeldoorn.
Van der Velde is in 2003 overleden, hij had als bijnaam "Zwarte Lammert".
Jan Dermois was smid te Haulerwijk een fanat ieke en gevreesde landwachter. Hij stond op dinsdag 21 oktober 1947 onder rolnr. 362 terecht voor het Bijzonder Gerechtshof te Leeuwarden. Hij kreeg veertien jaar gevangenisstraf en ontzetting uit de kiesrechten opgelegd.
Samen met een aantal collega landwachters arresteerde hij op 15 juni 1944 in de boerderij van het echtpaar Jan Boonstra/Grietje Betten in Donkerbroek de joodse onderduiker Salomon Grünwald, die op 4 januar i 1945 in Auschwitz is overleden.
Hij is voorts betrokken geweest bij de overval op de woning van de grossier D. Sipkes in Dokkum en het opzettelijk in brand steken van dit pand.
Ook de arrestatie en het overlijden van Gerrit Klaas de Groot uit Veenhuizen werd door de rechter hem aangerekend. Als bijnaam had hij "Jan Kak".
Pieter v/d Heide woonde te Haulerwijk, hij was een fanatieke landwachter.
Hij heeft de Franse parachutisten die gedropt waren op 7 april 1945 verraden. Ook was hij met de Sicherheitsdienst (S.O.) aktief bezig om gevluchte Franse parachutisten te achtervolgen.
Hij heeft een gevangenisstraf gekregen van 20 jaar.
Opgemaakt in augustus 2006 door:
R. Hazelhoff & Sander Reinders te Haulerwijk
Gegevens: Mw. C. Hazelhoff-Keizer